De ontrafeling van botanische mysteries in het werk van Renée Pevernagie

Geboeid door exotische planten bezocht Renée vaak botanische tuinen. Voor haar reeks The Blue Hour I-III begaf ze zich bij valavond naar de Koninklijke Serres van Laken en liet zich inspireren door zowel de planten als de architectuur. “Waarom zou ik zelf geen planten gaan verzamelen?” vroeg ze zich af. Dit zette haar ertoe aan om in haar woonkamer een privé-jungle te creëren. Planten spelen nu een centrale rol in haar artistieke oeuvre.

De zorg voor de delicate plantenwereld zien we weerspiegeld in de manier waarop ze portretten maakt van haar groene favorieten. Renée werkt met grote nauwkeurigheid en controle. “Ik hou alles bij in een logboek,” verklapt ze, “welke kleuren ik gebruik, hoe vaak ik fixeer en met welke producten, de uitdagingen die ik ondervond tijdens de uitvoering.” Ze begint vrij eenvoudig door schetsen te maken van de planten, vaak op basis van verschillende visuele referenties. Voor de reeks The Blue Hour I-III nam ze foto’s van het veranderende licht in de serres om het effect van dit moment van gedaanteverandering op de structuur van het gebouw en zijn botanische bewoners te onderzoeken. “Ik probeer het onheilspellende en filmische karakter van dit overgangsmoment vast te leggen.”

Vervolgens kiest ze het dikst beschikbare tekenpapier. “Ik werk niet op doek,” legt ze uit. “Pigment en houtskool worden beter geabsorbeerd door papier.” In het begin schuurt ze het papier totdat het een geweven structuur krijgt die aan doek doet denken. De eerste kleurlaag met pigment vormt de basis waarop alles verder wordt opgebouwd. “Ik zit helemaal onder het pigment,” lacht ze. “Ik werk met droge pastels van puur pigment, maar mijn atelier is behoorlijk netjes.”

The Blue Hour, pigment, pastel & charcoal on paper, 150 x 210 cm

De recentste werken hebben een basiskleur met blauwpigment waarover de volgende pastellagen worden aangebracht. Vervolgens bedekt Renée alles met houtskool en haalt ze staalwol boven om bepaalde delen terug weg te krassen. De stalen borstel, met heel fijne metalen draden, hult de planten in een fluwelen sluier. Het krassen gebeurt intuïtief. Vertrekkend vanuit een volledig donkere houtskooloppervlak zoekt Renée als een geoloog naar de diepste blauwe laag. Onderweg stopt ze soms bij de bovenliggende groenige en pastelkleurige lagen. Net zoals bij de ontwikkeling van analoge foto’s doemt het beeld langzaam op uit de duisternis. Renée weet precies wanneer ze moet stoppen om het mysterie van de plantenwereld te behouden.

White Lady I-III

Bij kleinere werken valt op hoe een bijna witte rand met fijne haartjes de bladeren omlijnt. ‘Het is het papier dat terug tevoorschijn komt,’ verklaart Renée,’ ik gebruik een mes om dit effect te bekomen.’ Afgestudeerd in Master Beeldende Kunsten (Grafiek en Tekenen) aan de LUCA School of Arts heeft ze ervaring met grafische technieken. Ze begrijpt het achterliggende denkproces bij het maken van grafische werken, waaronder het etsen op koperplaten, en past deze techniek nu toe in haar houtskoolwerken.

Sinds 2012 heeft ze een indrukwekkend traject afgelegd met exposities, publicaties en buitenlandse residenties. Wanneer haar wordt gevraagd of ze zich aan olieverf zal wagen, aarzelt ze: “Ik ben geen schilder. Vergeleken met de zachte pastels en houtskool kan verf nogal een ruw materiaal lijken.” Toch heeft ze door de techniek van maroufleren al canvas in haar werk geïntegreerd. Vooral bij de kleinere werken hecht ze het papier op canvas. En wie weet, verkent ze de botanische mysteries nog verder via andere media?

Dit artikel verscheen in The Art Couch (3/2023).

1 comment

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.